Roodkapje is een bitch

We groeiden op met het beeld van Roodkapje als ideaal meisje. Stel nu eens dat ze helemaal niet zo lief en naïef was als wij dachten, maar iedereen rond haar vingers kon winden met haar charmes. Haar ware aard kon ze zo heel knap verbergen.

Vanuit deze stelling vertrokken wij in onze versie van deze klassieker onder de sprookjes.

Spanning en verrassing gegarandeerd en nooit zullen jullie Roodkapje nog zien zoals voorheen.

PRAKTISCH

Je vertrekt aan het station van Aarschot, ter hoogte van frituur Peter. De straat die je recht voor je ziet, met je rug naar frituur Peter, is de statiestraat. De huisnummers waar je een scene van het verhaal vind zijn in volgorde 61, 57, 49, 41.

Aan het einde van de Statiestraat ga recht en neem je de eerste straat recht. Dit is de Fabrieksstraat. Daar vind je de laatste twee scenes op nummer 6 en 12.

Veel plezier !

HET VERHAAL

SCENE 1: HET ANDERE VERHAAL

Ik leef al jaren met een slecht imago waar ik helemaal niets aan kan doen. Zelfs het verhaal van mijn overgrootvader-wolf die zogezegd de huizen van drie biggen zou hebben omvergeblazen, klopt niet.  En mijn opa was altijd de eerste om nieuwe bewoners in het bos te verwelkomen.  Biggen maken nu eenmaal veel lawaai en nog meer stof wanneer ze werken, maar dat is nu eenmaal de natuur. Maar … mijn opa heeft een geweldige stof allergie.  Na dagen hoesten en niezen, ging mijn hij naar de biggen om te vragen of ze wat minder stof wilden maken.  Niezend en hoestend kwam hij aan bij het eerste huisje. Ik moet je niet vertellen hoe het verhaal verder gaat.  Uiteindelijk zit mijn overgrootvader nog altijd met zijn stofallergie en een misvormde staart.

Maar bon, ik dwaal af, mijn naam is Wolfgard, Wolfgard Wolf, in de volksmond ook wel “de grote boze wolf” genoemd.  Maar daar is helemaal niets van waar, ik ben niet boos, ik ben niet gevaarlijk en ik eet helemaal geen mensen. Geef mij maar een lekkere pasta met wat verse boschampignonnen en vers geplukte peterselie.  Overheerlijk ! ! !   Of een ovenschotel !!!   De geur van mijn ovenschotel doet iedereen in het bos watertanden.

Ik geniet ervan om voor iedereen eten te maken en een leuke avond te bezorgen.  Ik ben een echt gezelligheidsdier.  Een echte dierenvriend.

SCENE 2: ONTMOETING WOLF ROODKAPJE

En dat is nu net mijn probleem: te veel vertrouwen in mens en dier.  Ik zal het jullie proberen uit te leggen.  In mijn moestuintje staan groentjes en fruit: wortelen, overheerlijke pompoenen, verschillende soorten kool.  Iedereen komt wel eens langs bij mij om groenten, fruit of noten te halen.  Maar bon, ik dwaal weer af … mijn echte verhaal dus.

Op een dag hoorde ik een lief stemmetje in de verte.  En zoals ik al zei, hou ik van bezoek.  Dus ik dek de tafel met mijn mooiste servies, zet wat wilde bloemen erop en maak mijn beste vegetarische ovenschotel klaar.  In de verte zie ik een meisje met een mooi rood manteltje.  Ik zwaai naar haar en vraag dat meisje met haar rood kapje waar ze naar toe gaat.  “Naar grootmoeder” zegt ze, “ik ga haar koekjes en wat sap brengen.”  In haar mandje zie ik een lege fles sap en een half koekje.  “Oei” zeg ik, “hopelijk heeft je oma niet veel honger.”Ja ik heb ze bijna allemaal opgegeten” zegt ze snauwend “Ik had heel veel honger. Ik kan toch niet doodgaan!  De dop van de fles sap was mama er vergeten op te zetten, dus ja wat doe je dan, opdrinken natuurlijk” zei ze met een bizarre grijns op haar gezicht. 

Enfin, raar dacht ik, maar je mag mensen niet zomaar beoordelen. Bon … ik dwaal weer af, Roodkapje dus.  Ik nodig haar uit om mee te eten aan mijn mooi gedekte tafel.  Ipv het paadje te gebruiken stapt ze door mijn groenten.  Misschien heeft ze net ruzie gemaakt met haar mama en voelt ze zich wat ongemakkelijk.  Ik laat het los en ga aan tafel zitten. 

Zuchtend neemt roodkapje haar bord met mijn heerlijke ovenschotel.  Met lange tanden probeert ze een hap te nemen.  “Bweurk!”  Ze spuwt mijn lekkere ovenschotel zomaar op de tafel uit!  De tranen komen in mijn ogen.  “Zelfs een kakkerlak kan beter ovenschotels maken dan jij”, schreeuwt ze.  Ik loop vlug naar binnen om een doek te halen.  Dat was een goed idee want net toen ik de deur achter me dicht trok barstte ik in tranen uit.  Ik nam een doek, gooide wat water in mijn gezicht en ging dan terug bij haar buiten zitten.

Ondertussen zat ze wat op haar smartphone candy cruch te spelen.  Candy Crush??  Je zit in het midden van het bos, overal bloemen, vogels die fluiten.  Waarom zou je dan in godsnaam candy crush willen spelen?  Tegen haar zin legt ze hem naast haar op de tafel.  “Mooi weer vandaag” zeg ik om een gesprek te beginnen.  “Ja” zegt ze.  “Hoe gaat het met je grootmoeder?”  goed zegt ze.  “En op school ook alles goed?”.  “Ja”.  Ik moet jullie niet vertellen hoe langzaam die 5 minuten voorbij zijn gegaan. 

Ik bied haar een versgeperst sapjes aan: bosvruchtensap, mocktail van appel, peer en een takje tijm.  Maar mijn favoriet is nog altijd: een smoothie van gele framboos en blauwe bosbes, een vleugje munt, afgetopt met enkele sneetjes aardbei en de kers op de taart: een madeliefje

“Sap?! Zoiets goors?!” zegt Roodkapje “geef mij maar nen GIN met elderflower tonic, 3 roze peperbollen en een suikerspin er op.”  “Elderflower?”, vraag ik verbaasd.  “Hahaha”, lacht ze, “ken jij geen elderflower?”  “Het staat nochtans in jouw ‘tuintje’ ”.

Zonder verder iets te zeggen staat ze op en gaat weer recht, door mijn groentetuin naar het bospad.  “Moet je wat koekjes en wat sap hebben voor je grootmoeder?” “Nee hoor, dat verdient die oude doos niet.  Verstomd sta ik daar, met mijn mond vol tanden, en ik heb er veel.  “Dag Roodkapje, ik hoop dat je snel terugkomt. “ Zonder te antwoorden stapt ze gewoon door.  Zou het kunnen dat ze mij niet gehoord heeft?

SCENE 3 ROODKAPJE OP STAP NAAR GROOTMOEDER

Gefrustreerd loopt ze over het bospad. “Waarom heeft grootmoeder geen gsm, dan hoef ik niet elke week naar haar te gaan?  Maar ja, dan zaagt die weeral dat ik niet elke dag bel.  Ik kan misschien beter een boeketje wilde bosbloemen meenemen voor haar” Terwijl ze gauw wat verwelkte bloemen plukt, er nog een dennenappel tussen steekt en wat mos er rond wikkelt stopt ze plots.  Oei .. ik moet me haasten, want straks ga ik nog naar een rave-party met RAP-unzel, Rebelle, Pocohandtas.  Hopelijk brengt Rebelle haar beest mee?  Dat is toch zo’n lekker dier.  Ik kijk er al naar uit, dansen en feesten, knappe prinsen. Tenminste als RAP-punzel niet begint te breakdancen of erger nog dat ze alle plaats inpakt met haar te lange haar.

Sneeuwitje heeft het gelukkig druk met het bakken van appeltaarten. Het is vandaag 10 jaar geleden dat de dwergen haar in hun bedjes hebben gevonden.  “Met haar stomme spiegel”, moppert Roodkapje, “ze is helemaal niet de mooiste van het land.  De spiegel heeft gewoon nog geen kans gehad om mij te bewonderen.”

“Wat moet ik straks aan doen“Dat kleedje van gisteren?  Mijn mandje kan ik toch niet meenemen.  Waarom heeft mijn grootmoeder mij een mandje gegeven in plaats van een Gucci handtas zoals de oma van Pocohandtas.  Het hoeft niet eens een Gucci te zijn, er is toch keus genoeg, ik zou al gecharmeerd zijn met een louis Vuitton.”

SCENE 4 WOLF MAAKT ZICH OM OP DE TE GAAN BIJ GROOTMOEDER

Lieve lezers, ik ben wat bezorgd om grootmoeder.  Ik nam gauw een mand, vul die met koekjes en vers bosvruchtensap.  En de ovenschotel, die neem ik ook mee.”

Als ik bij grootmoeder aankom, hoef ik helemaal niet te kloppen.  Ik heb een sleutel van haar gekregen ! “Hey grootmoeder, hoe gaat het met jou ?”  “cava, elke dag een beetje ouder,” lacht ze.  Ik zet mijn mand op de tafel en haal er de koekjes en het sap uit.

SCENE 5: THEE KRANSJE BIJ GROOTMOEDER

“Grootmoeder, ik heb nog een restje ovenschotel bij.”  Die lekkere ovenschotel van jou kan ik niet weigeren.”  En ze zet de ovenschotel in de keuken.  “Oh nee” roept ze.  “Het is bijna tijd om te gaan dartsen met de bond van de sprookjes oma’s op rust.  Blijf gerust nog wat hangen, koekjes en sap staan op tafel en de thee staat op de kachel.”  In zeven haasten doet ze haar sjaal aan en gaat naar de parochie-hut in het bos voor haar wekelijkse darts-tornooi. 

Ik neem een tas thee en begin aan de strijk.  Het is voor haar niet zo gemakkelijk meer dus help ik haar zoveel ik kan.  Ik neem haar strijkplank, zo eentje met een bloemetjes motief.  Wanneer ik de wasmand op de tafel zet, zie ik een schoteltje zwarte chocolaatjes staan.  Chokotoff staat er op.  Ik ruik er aan.  Lekker ! !   Echte chocolade ! ! !  Ik begin aan de strijk met die lekker chokotoff in mijn mond.  De chocolade smelt op mijn tong. O-VER-HEER-LIJK!  Ik neem er een paar bij.  Zalig ! !

TRING ! ! !  Roodkapje staat voor de deur.  En grootmoeder is er niet ?! Straks denkt ze dat ik haar heb opgegeten.  “Wacht, “als ik nu grootmoeders kleren aandoe en in haar bed kruip, merkt Roodkapje vast en zeker niets.”  Ik lig net op tijd in bed wanneer Roodkapje binnenkomt.    “Sorry oma, ik heb niets mee” zegt ze.  “De grote boze wolf heeft me overvallen in het bos.  Hij heeft alles opgegeten en opgedronken.”  En daar lig ik dan, in het bed van een lieve oude vrouw me te verstoppen voor de grootste leugen ooit verteld.  Roodkapje, ik begin ze eerder een rotkapje te vinden.  Ze vraagt langs haar neus weg “oma waarom heb je zo’n grote oren?”  Ik wil haar zeggen “om die grote leugen van jou te horen” maar het lukt niet.  De karamel van de chokotoff plakt mijn tanden aan elkaar.  “Grootmoeder, waarom heb jij zo’n grote ogen?” ik mompel, “dat is om de bitch in jou beter te kunnen zien.” “Waarom heb jij zo’n grote mond ?”, zegt ze. Ik wil haar zeggen wat voor een vreselijk onbeschoft kind ze is maar die plakkerige karamel houdt me tegen.  Met al mijn wolvenkracht, trek ik mijn mond open.  De kleverige karamel hangt in slierten aan mijn scherpe tanden. Roodkapje gilt hysterisch en rent naar buiten. 

SCENE 6 WOLF VLUCHT VAN JAGER

Net op dat moment komt de jager aangeslenterd.  “Heeeeelp”, gilt ze “de grote boze wolf wil mij opeten.  En hij heeft al de koekjes en het sap opgeslokt”.

Terwijl ik achter roodkapje aanloop om met haar eens goed gesprek te hebben, zie ik de jager dichterbij komen.  Nog nooit heb ik zoveel schrik gehad.  Mijn grootvader, die van de zeven geitjes, ook zo n verkeerd begrepen verhaal, is doodgeschoten door een jager.  Ik loop voor mijn leven.  De jager achter me aan.  Van boom tot boom duik ik om de kogels te ontwijken.  Ik draai me om.  De jager komt steeds dichterbij.  BAM, nu loop ik toch tegen een tak! Wankelend probeer ik me te oriënteren waar ik ben.  Daar, in die struiken kan ik me verstoppen.  Ik kruip erin zo ver ik kan.  Oef, de jager loopt voorbij.  Uiteindelijk kom ik aan bij mijn huisje.  Strompelend ga ik naar de deur, doe ze open en plof neer in mijn bed.

Ondertussen komt de jager grootmoeder tegen.  “Waarom al die haast”, zegt grootmoeder. “Heeft u toevallig geen wolf zien voorbijrennen?”, zegt hij hijgend. “Nee, ik heb geen wolf gezien.  Wolfgard was daarstraks wel bij mij op bezoek”.  “Hij is het!  Hij heeft in jouw huis roodkapje willen opeten!”  roept hij  “Opeten?  Roodkapje?  Dat kan niet.” Lacht grootmoeder.  “Wolfgard is vegetariër.  Hij zou nooit mensen opeten.” zegt grootmoeder verontwaardigd.

De jager draait zich om en loopt woedend naar het huis van grootmoeder.  Met dat ROT-kapje wil hij wel eens even spreken.

Wat een dag ! Ik hoop dat jullie mij, en mijn familie nu anders gaan bekijken, lieve lezers.  Maar begrijp me goed, niets slecht over roodkapje, waarschijnlijk kan ze er niets van doen. 

Lieve lezers, wat ik jullie nog wil meegeven aan het einde van MIJN verhaal is: Geloof niet alles wat je leest! EN eet nooit Choktoffs bij je grootmoeder.